Stoomtram

Op 15 en 16 december 1967 werden voor het laatst passagiers vervoerd over de voormalige WSM-sporen (toen door de NS al overgenomen) tussen Delft en Loosduinen ter hoogte van Poptahof Noord. Het waren afscheidsritten over de WSM-sporen die, op het gedeelte tussen Delft en Schipluiden na, op 1 januari 1968 officieel zouden worden gesloten. De ritten werden georganiseerd door de werktuigkundige studievereniging Gezelschap Leeghwater, die het 100-jarig bestaan vierde, en de Tramwegstichting. Het was de eerste keer dat stoomlocomotieven van de in 1965 opgerichte Tramwegstichting in actie kwamen. De twee stoomlocomotieven waren een vierkante stoomtramlocomotief van de voormalige Gooise Stoomtram en een industrielocomotiefje van de Rotterdamse gasfabriek. De rijtuigen, oorspronkelijk elektrisch buffermaterieel, zogenaamde blokkendozen, werden gehuurd van de NS. Met dank aan W. Weve te Delft voor aanvullende gegevens. (Delft Archief, vervaardiger Ir. C.M. Beijersbergen van Henegouwen)

]]